Inleiding
Eén generatie geleden werd op MULO en HBS handelsrekenen en boekhouden geleerd; praktische vakken die ook nuttig waren in de dagelijkse huishouding.
Nu krijgt de jeugd in de basisvorming economie, bedoeld als wereldoriënterend vak.
Economen zijn overwegend van mening dat economie zich waardenvrij bezig houdt met de verbanden tussen economische verschijnselen en dat een uitspraak over het goed of verkeerd zijn van de economische handelingen op het terrein van de ethiek ligt.
Bijbel en Onderwijs wil de aandacht vestigen op de samenhang die bestaat tussen wat er op de scholen geleerd wordt over economie en de 'waarden en normen' die leerlingen zich gedurende de puberteit eigen maken.
Economie is een van de manieren om tegen de maatschappij aan te kijken. Wanneer men daarbij niet aangeeft vanuit welk standpunt men kijkt, geeft men de leerlingen de indruk dat er slechts één wijze van benaderen is en dat die benadering ook goed is. Bewust of niet bewust, worden op deze wijze tijdens economielessen normen van denken en handelen aangeleerd. De vraag is nu of de richtlijnen die de jeugd krijgt in overeenstemming zijn met de Bijbel.
B&O stelt dat bij de economielessen niet alleen gericht moeten zijn op verplichte leerstof, maar dat daarbij ook ter sprake dient te komen hoe de mens zou moeten handelen volgens de bijbelse richtlijnen. Met een variant op een bekende uitspraak: Alles is economie, maar economie is niet alles. Dit artikel wil een handreiking zijn voor ouders om met hun tieners in gesprek te komen over datgene wat ze bij de economielessen leren.
Is economie waardenvrij?
In de economie wordt een rekenmodel voor het menselijk handelen gehanteerd. Dat is een ander soort wetenschap dan de natuurwetenschap. De natuurwetenschap ontdekt wetmatigheden die als onwrikbaar vastliggende 'wetten' blijken te gelden. Mensen handelen niet volgens vastliggende wetten, maar zijn vrij om te kiezen en het menselijk gedrag hangt dan ook af van hoe de mens zich wenst te gedragen.
Het vak economie houdt zich bezig met de vraag hoe economische beslissingen tot stand komen, namelijk door de vraag naar goederen (en diensten) te projecteren op het aanbod ervan. Beide partijen, de vragers en de aanbieders, streven naar een maximale bevrediging van hun behoeften. Wanneer er veel vraag is naar een bestaand product met een gering aanbod, zal de prijs ervan hoog zijn. Dit zal tot gevolg hebben dat het aanbod ervan wordt vergroot, waardoor de prijs zal dalen zodat meer mensen deze goederen kunnen aanschaffen. Al deze functies van kopen en verkopen, produceren en verdelen, zijn economische handelingen. Door te budgetteren leert iedereen zijn behoeften op een rijtje te zetten en aldus zijn prioriteiten te bepalen met het oog op een maximale bevrediging van zijn behoeften.
Alsmaar meer is nooit genoeg, maar genoeg is meer dan veel.
Tot zover is economie eigenlijk een rekenmodel dat waardevrij is. Dat model geldt net zo goed voor mensen voor wie het leven bestaat uit het onbeperkt najagen van behoeften of zelfs begeerten als voor christenen die zich bewust zijn van bijbels rentmeesterschap.
Maar dat is niet alles. Hoe economische beslissingen genomen worden, hangt nauw samen met de wijze waarop men kijkt naar het waarom van de handeling.
Vooral bij het vak economie blijkt het grote verschil dat er bestaat tussen de richtlijnen van de Bijbel en de basis van het wereldse systeem, te weten: de begeerte. Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven is niet uit de Vader, maar uit de wereld. (1Joh.2:16)
Het economisch model van een volkomen vrije markt is wel goed als rekenmodel, om begrip te krijgen voor de factoren die het nemen van economische beslissingen bepalen. Maar in de praktijk blijkt het allemaal niet zo te kloppen. Enkele voorbeelden.
Nog maar kort geleden (en soms ook nu nog) golden lucht en water en natuur als 'vrije goederen', die men zomaar onbeperkt, zonder prijs kon gebruiken.
Veel mensen hebben (bijna) niets te besteden en 'daarom' spelen ze bij de economie niet mee
door reclame worden behoeften bewust gemaakt en de vraag naar een product opgeroepen waarop men veel kan verdienen.
De schadelijke gevolgen voor milieu en de uitbuiting van de ontwikkelingslanden wordt wel gesignaleerd, maar er wordt in de reguliere schoolboeken niet gewezen op de wortel van het kwaad die de Bijbel aanwijst en het gevolg daarvan: verslaving.
In het klein en op wereldschaal is dan ook de volgende negatieve kringloop te zien:
behoeften => worden door reclame opgezweept tot begeerte =>verslaving => nog groter behoefte enz.
Dat deze vicieuze cirkel leidt tot machtsophoping bij de sterke en uitbuiting van de zwakkere kan ieder zien in kinderarbeid, porno industrie en aantasting van het milieu.
In de economie kan wel gewerkt worden met een rekenmodel van vraag en aanbod, maar als de leerlingen daarbij niet gewezen wordt op het Bijbel oordeel over dit wereldsysteem en de verantwoording die elk mens als rentmeester zal moeten afleggen, schiet men ernstig te kort.